accustress

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cu·stres
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord accustress
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de accustressm

  1. de vrees die iemand in een elektrisch voertuig kan hebben dat de accu leeg is voordat de bestemming is bereikt
     Verder komen er twee versies die je kunt opladen met een stekker. Bij zo’n plug-in hybride kun je de eerste – pak ‘m beet – 50 kilometer zuiver elektrisch rijden, waarna een conventionele benzinemotor het werk weer overneemt. Hiermee kun je bijvoorbeeld je dagelijkse ritten elektrisch rijden, en toch op vakantie zonder je zorgen te maken over laadpalen en accustress onderweg. Voor het eerst levert Volkswagen twee versies van deze stekker-Golf: de minst sterke levert 150 kilowatt (204 pk) aan vermogen en heet e-Hybrid, terwijl de duurdere GTE met 180 kilowatt (245 pk) net wat sterker is.[1]
     Nu kijken veel fossiele brandstofrijders liever de kat uit de boom: de meeste nieuwe elektrische auto’s zijn immers beduidend duurder dan de fossiele variant, terwijl accustress en de nodige scepsis over de actieradius nogal eens terecht blijken te zijn. En dan moet je wel een goed gevulde beurs of heel sterke principes hebben om tot aankoop over te gaan.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron
    Roland Tameling
    “Niet elektrisch, wel digitaal: dit is de nieuwe Volkswagen Golf 8” (24 okt. 2019), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron
    Leo van Marrewijk
    “Elektrische auto: nu kopen of nog even wachten?” (12-01-2019), Tubantia