accuklem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een accuklem zoals gebruikt door automobilisten.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cu·klem
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  accu zn  en  klem zn , in de betekenis "knijper aan een stroomkabel" aangetroffen vanaf 1926 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud meervoud
naamwoord accuklem accuklemmen
verkleinwoord accuklemmetje accuklemmetjes

Zelfstandig naamwoord

de accuklemv / m

  1. metalen knijper aan een stroomkabel, bestemd om contact te maken met een spanningsbron
     Uit een op de Bollemansteeg geparkeerde auto werden gisternacht een accu, een boek vol stadsplattegronden en een accuklem ontvreemd.[1]
     Plus accu wordt op normale wijze met de plus accuklem op het ontvangtoestel verbonden.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 juni 2020 Weblink bron Man (66) steelt vijf truien en acht spijkerbroeken in: Leeuwarder Courant op Wikipedia, jrg. 236 nr. 156 (6 juli 1987), Stichting Leeuwarder courant 1947, Leeuwarden, p. 7 kol. 2
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 juni 2020 Weblink bron Een veiligheidsinrichting, welke tevens een vereenvoudiging is. in: Haagsche Courant op Wikipedia, jrg. 44 nr. 13262 (11 mei 1926), A. Sijthoff jr., 's-Gravenhage, p. 10 (3e blad 2) kol. 5