accreditief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cre·di·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord accreditief accreditieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het accreditiefo

  1. (economie) opdracht aan een bank om iemand geld te overhandigen
  2. (politiek) schriftelijk bewijsstuk dat iemand bevoegd is benoemd te worden tot een bepaalde (diplomatieke of ambtelijke) functie
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen