accrediteerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cre·di·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
accrediteren

accrediteerden

  1. meervoud verleden tijd van accrediteren
    • Wij accrediteerden. 
    • Jullie accrediteerden. 
    • Zij accrediteerden.