accouples

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
accoupler

accouples

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van accoupler
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van accoupler
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=accouples&oldid=3130340"