accouplement

Frans

l'accouplement de deux procris.
De paring van twee hooibeestjes.

Uitspraak

• Geluid:  accouplement    (hulp, bestand)
• IPA: /a.ku.plə.mɑ̃/

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van accoupler met met het achtervoegsel -ment

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
accouplement	l'accouplement	accouplements	les accouplements

Zelfstandig naamwoord

accouplement m

1. (biologie) (seksualiteit) paring (van dieren)
2. de daad van het koppelen, van het aaneenkoppelen