accommodatiebeleid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·com·mo·da·tie·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord accommodatiebeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het accommodatiebeleido

  1. strategie betreffende de bouw van faciliteiten voor sporters, vakantiegangers e.d.
     Het voorstel van het college om € 200.000 voor DSVD en € 75.000 voor UD beschikbaar te stellen komt overeen met de lijn die is gevolgd door de gemeente bij soortgelijke aanvragen uit het recente verleden. In de loop van dit jaar zal de gemeente het vernieuwde accommodatiebeleid vaststellen.[1]
     Ofschoon het zo’n beetje de ultieme wens is van de inwoners van Saasveld krijgt het dorp de eerstkomende jaren zeker geen sportzaal. De sporters zullen zich moeten blijven behelpen met de huidige gymzaal. Voor een sportzaal is geen geld en bovendien past de bouw ervan niet in het gemeentelijk accommodatiebeleid.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 mei 2022 Weblink bron “Geld voor kleedkamers DSVD” (12-03-2008), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 mei 2022 Weblink bron “Sportzaal Saasveld komt er zeker niet” (31-10-2009), Tubantia