acceptie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cep·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord acceptie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de acceptiev

  1. het aanvaarden van iets
     De Tweede Kamerleden Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk, de ex-PvdA'ers die een nieuwe politieke beweging willen vormen, gaan de komende tijd ideeën verzamelen. Iedereen die 'voor verdraagzaamheid, tolerantie, acceptie en verbinding is', kan die ideeën aandragen via e-mail.[2]
     De motie is een steun in de rug bij de verdere acceptie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen (LHBTI).[3]
     Ook stelt ze dat er binnen de moslimgemeenschap steeds meer acceptie is om dieren toch te verdoven voor de slacht.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. acceptie op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Kamerleden Kuzu en Öztürk verzamelen ideeën” (18-11-2014), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Tom van den Berg
    “Motie in Tubbergen is steun in rug voor LHBTI-gemeenschap” (22-01-2019), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron
    Jan Hoedeman & Peter Winterman
    “Advies: géén verbod op onverdoofd slachten” (16-05-2019,), Tubantia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be