acceptabel
Uiterlijk
- Geluid: acceptabel (hulp, bestand)
- ac·cep·ta·bel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aannemelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1720 [1]
- Nederlands bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -abel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | acceptabel | acceptabeler | acceptabelst |
verbogen | acceptabele | acceptabelere | acceptabelste |
partitief | acceptabels | acceptabelers | - |
acceptabel
- aannemelijk
- U geeft best een acceptabele verklaring voor de verdwenen 700 miljoen euro, maar of het nu de echte waarheid is wil ik toch verder laten onderzoeken.
- aanvaardbaar
- Het voorstel wat u doet is niet helemaal wat ik wil, maar ik kan er wel mee leven het is wel acceptabel.
- Poetin probeert met een koloniale oorlog Oekraïne te heroveren en de Oekraïense identiteit uit te roeien. Net als Stalin, de dictator die hij als een “efficiënte manager” ziet, acht hij het doden van burgers acceptabel. In tegenstelling tot Stalin erkent Poetin de Oekraïense identiteit niet eens. [2]
- Het woord acceptabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "acceptabel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "acceptabel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.niod.nl (21 mrt 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be