abstinentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·sti·nen·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abstinentie abstinenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de abstinentiev

  1. (medisch) onthouding, m.n. van medicijnen, alcohol, drugs
  2. het zich onthouden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen