abstinenční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /apstɪnɛntʃɲiː/

Woordafbreking

• ab·s·ti·nen·ční

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandige naamwoord abstinence met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

abstinenční

1. abstinentie-, onthoudings-; met betrekking tot abstinentie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	abstinenční				abstinenční
genitief	abstinenčního		abstinenční	abstinenčního	abstinenčních
datief	abstinenčnímu		abstinenční	abstinenčnímu	abstinenčním
accusatief	abstinenčního	abstinenční			abstinenční
vocatief	abstinenční				abstinenční
locatief	abstinenčním		abstinenční	abstinenčním	abstinenčních
instrumentalis	abstinenčním		abstinenční	abstinenčním	abstinenčními

Typische woordcombinaties

• abstinenční příznaky monbezieldmv
• abstinenční syndrom monbezield

Verwante begrippen

abstinent mbezield abstinentismus monbezield abstinentka v

abstinentský abstinentův abstinovat imperfectief/perfectief

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)