absolvovali

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /apsɔlvɔvalɪ/
Woordafbreking
  • ab·sol·vo·va·li

Werkwoord

absolvovali

  1. bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het (im)perfectieve werkwoord absolvovat
  2. bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het (im)perfectieve werkwoord absolvovat
Gelijkklinkende woorden
Typische woordcombinaties