abonnementstarief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abon·ne·ments·ta·rief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abonnementstarief abonnementstarieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het abonnementstariefo

  1. prijs die men moet betalen om gedurende een bepaalde periode ergens regelmatig gebruik van te mogen maken
     Om te voorkomen dat de kosten voor mensen die veel zorg nodig hebben te veel oplopen vanwege een stapeling van eigen bijdragen komt er een vast 'abonnementstarief'.[2]
     Net als andere gemeenten in Nederland ziet Hengelo dat kosten voor Jeugdhulp steeds verder uitdijen door meer vraag naar zorg en hogere kosten voor zorg. Daarnaast zorgt de vergrijzing voor meer gebruik van Wmo-voorzieningen. Bovendien zorgt het abonnementstarief ervoor dat meer mensen bij de gemeente aankloppen voor huishoudelijke hulp.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2022 Weblink bron “Regeerakkoord: klimaat, aflosboete en embryo-selectie” (10-10-2017), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2022 Weblink bron
    Jantien Bussink
    “Hengelo moet 8 miljoen bijleggen om jeugdzorg en Wmo te betalen en dat baart ‘grote zorgen’” (11-06-2021), Tubantia