abomine
Uiterlijk
| vervoeging van |
|---|
| abominer |
abomine
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abominer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abominer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van abominer
| vervoeging van |
|---|
| abominar |
abomine