abolsa

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
abolsar

abolsa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abolsar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abolsar


vervoeging van
abolsarse

abolsa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abolsarse