abduzca

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
abducir

abduzca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abducir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abducir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abducir