abandonneert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aban·don·neert

Werkwoord

vervoeging van
abandonneren

abandonneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abandonneren
    • Jij abandonneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abandonneren
    • Hij abandonneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van abandonneren
    • Abandonneert!