abaisseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: abaisseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- abais·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
abaisseren |
abaisseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abaisseren
- Jij abaisseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abaisseren
- Hij abaisseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van abaisseren
- Abaisseert!
Gangbaarheid
- Het woord 'abaisseert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.