abaca
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aba·ca
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Spaans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abaca | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
abaca
- (plantkunde) Musa textilis
een bananensoort die een vezel levert, de manillahennep
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'abaca' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.