aasvlieg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aas·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aas en vlieg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aasvlieg | aasvliegen |
verkleinwoord | aasvliegje | aasvliegjes |
Zelfstandig naamwoord
- (tweevleugeligen) bepaalde vlieg die op kadavers eieren legt
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aasvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aasvlieg" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Tweevleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %