aarmschder
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- aarmsch·der
Bijvoeglijk naamwoord
aarmschder
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van aarmscht
aarmschder
aarmschder
- onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van aarmscht