aardgebonden

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aardgebonden aardgebondener aardgebondenst
verbogen aardgebondenste
partitief aardgebondens aardgebondeners -

Bijvoeglijk naamwoord

aardgebonden

  1. aan de grond gebonden
     De achtervolger die zijn object kwijtraakte in de metro nam meteen per radio contact op met een soort permanent bemande bewakingscentrale? En dan ging het werk verder met stilzittende achtervolgers voor grote schermen? Wanneer het object na meer of minder trucs ten slotte de metro verliet, gaf de bewakingscentrale het tijdstip en de positie door aan de aardgebonden eenheid? Het zou een effectieve verbetering zijn.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149