aardbodem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·bo·dem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardbodem aardbodems
verkleinwoord aardbodempje aardbodempjes

Zelfstandig naamwoord

de aardbodemm

  1. (aardrijkskunde) grond of bodem aan de oppervlakte van de aarde waarop de mensen, de dieren en de planten leven
Synoniemen
  • aardoppervlakte
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be