aardbevinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·be·vin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aardbeving met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het aardbevinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aardbeving