aardbevingsschade

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

aardbevingsschade
Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·be·vings·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardbevingsschade aardbevingsschaden
aardbevingsschades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aardbevingsschadev / m

  1. nadeel veroorzaakt door een schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst
     In Groningen kunnen mensen binnenkort kiezen voor een vaste, eenmalige vergoeding van 5000 euro voor aardbevingsschade. Dat heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) bekendgemaakt.[1]
     Het afwikkelen van langdurige aardbevingsschade in Groningen gaat bij honderden mensen zo moeizaam dat ze er moedeloos van worden. Er zijn zelfs gedupeerden die de provincie daarom verlaten, na acht jaar strijd over de schade.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Vaste, eenmalige vergoeding van 5000 euro voor lichtere aardbevingsschade” (17 MEI 2021), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Reinalda Start
    “09-02-2021” (17 MEI 2021), NOS