aardbeienboom
Uiterlijk

- aard·bei·en·boom
- samenstelling van aardbei en boom met het invoegsel -en-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aardbeienboom | aardbeienbomen |
| verkleinwoord | - | - |
de aardbeienboom m
- (bloemplanten) bepaald soort plant, Arbutus unedo
uit de heifamilie Ericaceae
, een tot 3 m hoge struik of zelden een tot 12 m hoge boom met een matgrijze, gegroefde stam
- aardbeiboom (uitspraakvariant)
- Het woord 'aardbeienboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.