aardappelverkoper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·ap·pel·ver·ko·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardappelverkoper | aardappelverkopers |
verkleinwoord | aardappelverkopertje | aardappelverkopertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aardappelverkoper m
- (beroep) iemand die aardappelen verkoopt