aardappeloogst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

aardappeloogst
Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·ap·pel·oogst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappeloogst aardappeloogsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aardappeloogst m [1]

  1. het oogsten van de aardappels waarbij de aardappels uit de grond worden gehaald nadat eerst het loof is verwijderd
    • Japan gaat gebukt onder een heuse chipscrisis. Doordat de aardappeloogst in de belangrijke regio Hokkaido voor een groot deel is mislukt, hebben snackproducenten besloten om de productie van een aantal populaire smaken voorlopig op te schorten.[2] 
    • Die hulpvaardigheid is van alle tijden. Toen de aardappeloogst van 1954 dreigde te mislukken na extreme regenval waardoor de rooimachines wegzakten in de modder, riep de Stichting voor de Landbouw vrijwilligers op om in Groningen, Friesland, Drenthe en Noord-Holland de boeren te helpen met het op tijd binnenhalen van de oogst.[3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 14 apr. 2017
  3. de Telegraaf SOPHIE KLUIVERS 01 mrt. 2017