aapjeskoetsier

Uit WikiWoordenboek
Huurrijtuigen met aapjeskoetsiers op de standplaats voor het American Hotel, Leidseplein 28, Amsterdam (fotograaf Bernard F. Eilers).
De aapjeskoetsier doet een dutje terwijl hij wacht op een klant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aap·jes·koet·sier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aapjeskoetsier aapjeskoetsiers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aapjeskoetsier m [1] [2]

  1. (verkeer) koetsier van huurkoetsen, gekleed in uniform. De benaming ontstond vermoedelijk in Amsterdam toen daar in 1880 een paardentaxibedrijf, de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij, werd opgericht.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen