aanzweven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·zwe·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en zweven ww
Werkwoord
aanzweven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanzweven |
zweefde aan |
aangezweefd |
zwak -d | volledig |
- vliegend naderen
- ▸ Een energieke netwerker, een enthousiaste verbinder, een toegankelijke bestuurder en een sterrenkok achter de barbecue: na zijn benoeming tot nieuwe commissaris van de koning in Noord-Holland kreeg Arthur van Dijk zoveel lof toegezwaaid van alle kanten, dat het verbaasde dat hij maandagmiddag voor zijn installatie de vergaderzaal in Haarlem binnenwandelde, en niet kwam aanzweven in een nauwsluitend blauw pak met wapperende rode cape.[2]
Gangbaarheid
- Het woord aanzweven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanzweven" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Patrick Meershoek“Warm bad en één emmer koud water voor nieuwe commissaris” (7 januari 2019), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 77 %
- Prevalentie Vlaanderen 68 %