aansterkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·sterkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aansterken |
aansterkt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansterken
- ... dat jij aansterkt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansterken
- ... dat hij aansterkt.
Gangbaarheid
- Het woord 'aansterkt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.