Naar inhoud springen

aansteller

Uit WikiWoordenboek
  • aan·stel·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord aansteller aanstellers
verkleinwoord aanstellertje aanstellertjes

deaanstellerm

  1. iemand die zich aanstelt
    • Mijn ouders vinden me een aansteller. 
     " Antwoord: nee! Ik word hier weggezet als een aansteller, een actreutel, terwijl jullie problemen allemaal o-zo-belangrijk zijn.[1]
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]
  1. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be