aanstappen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstappen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·stap·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en stappen ww
Werkwoord
aanstappen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanstappen |
stapte aan |
aangestapt |
zwak -t | volledig |
- snel lopend naderen
- ▸ Anna en Kirill komen er vastberaden aanstappen. "Het is maar een halve marathon", glimlacht Kirill bemoedigend. Ze hebben een taxi genomen tot ze niet verder konden en nu moeten ze te voet verder. Ze denken dat ze het aankunnen. "We squashen samen", zegt Anna.[2]
- ▸ Thijmen Apswoude is duidelijk in zijn element in de weilanden van Bathmen. Woeste baard, tatoeages op de handen. In het dorp nabij Deventer gebruikt de wildernisschool Living by Nature, waar Apswoude hoofdinstructeur is, een aantal hectare grond. Hij komt aanstappen op wandelschoenen, maar dat hadden net zo goed blote voeten kunnen zijn.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanstappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Nanda Millenaar“In de file op zoek naar veiligheid in Polen: 'Alles beter dan in Kiev blijven'” (ZO 27 FEBRUARI 2022), NOS
- ↑ Weblink bron Sophie Wassink“Deventenaar (27) slaapt 250 dagen per jaar in het bos” (17-01-2018), Tubantia