aanspreekcultuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spreek·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanspreekcultuur aanspreekculturen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aanspreekcultuurv

  1. (bedrijfskunde) geheel van omgangsvormen waarin mensen gewend zijn elkaar terugkoppeling op gedrag en houding te geven, zonder bijbedoelingen of onplezierige gevolgen
     Een aanspreekcultuur die door alle medewerkers als vanzelfsprekend wordt ervaren en waarbij ruimte is voor een eigen mening, zonder dat het gevoel ontstaat afgerekend te worden.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2021 Weblink bron
    Wil Nuij
    “‘Centraal georganiseerd -Lokaal verankerd’ : Over de organisatie, inrichting en sturing van het robuuste politiebasisteam” (maart 2015), Erasmus Universiteit Rotterdam, masterscriptie