aansprakelijkheidstelling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spra·ke·lijk·heid·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aansprakelijkheidstelling aansprakelijkheidstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aansprakelijkheidstellingv

  1. (juridisch) iemand wettelijk verantwoordelijk achten voor een bepaalde daad en de gevolgen daarvan
     De banden tussen Rusland en Nederland zijn op dit moment erg slecht en daar zal de komende jaren weinig verandering in komen, denkt correspondent David-Jan Godfroid. Rusland blijft ontkennen dat het betrokken is bij de ramp met vlucht MH17, zoals het dat ook de afgelopen jaren deed. Minister Blok heeft gezegd dat hij eerst met Moskou wil praten over de aansprakelijkheidstelling. Godfroid: "Maar de kans dat daar wat uitkomt is nihil."[1]
     Te verwachten is dat de bouwcombinatie Haafkes/Plegt-Vos opdraait voor de kosten. Wichers Schreur: “We werken met publiek geld, kunnen hier zelf niets aan doen en het gebouw is nog maar twee jaar oud. Kortom, dat er een aansprakelijkheidstelling volgt, lijkt me logisch. Maar voor dat dit gebeurt, moeten we nog eerst wat zaken uitzoeken.” Vorige maand stelde de Hogeschool Windesheim in Zwolle de Enschedese bouwer Trebbe al aansprakelijk in verband met een instabiele betonvloer in één van haar gebouwen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 juni 2022 Weblink bron “Rutte eist medewerking Rusland bij onderzoek MH17” (25-05-2018), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 juni 2022 Weblink bron
    Gerben Kuitert
    “Saxion wil voor zomer betonvloer verstevigen” (18-01-2018), Tubantia