Naar inhoud springen

aansporing

Uit WikiWoordenboek
  • aan·spo·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord aansporing aansporingen
verkleinwoord aansporinkje aansporinkjes

de aansporingv

  1. aanmoediging tot actie
    • Na een kleine aansporing wilde de meester toch wel beginnen met de uitleg. 
     Tv-zender CNN vatte Obama’s woorden op als een aansporing voor jongeren om te blijven protesteren tegen het politiegeweld.[1]
     Om ons minder eenzaam te voelen hebben de meesten van ons niets aan aansporingen om uit te gaan of de zoveelste aanmoediging om de volmaakte geliefde te zoeken.[2]
     Gemor, gelach, aansporingen, misschien zelfs protest.[3]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Bronlink Weblink bron
    Theo Koelé
    “De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
  2. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045045979
  3. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026356186
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be