aansluitende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·slui·ten·de
Werkwoord
vervoeging van: | aansluiten |
aansluitende
- verbogen vorm van aansluitend, het onvoltooid deelwoord van aansluiten
Bijvoeglijk naamwoord
aansluitende
- verbogen vorm van de stellende trap van aansluitend