aanschouwelijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·schou·we·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van aanschouwelijk met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanschouwelijkheid | aanschouwelijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanschouwelijkheid v
- de mate waarin iets helder en duidelijk is
- iets dat helder en duidelijk (uitgelegd) is
Gangbaarheid
- Het woord aanschouwelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.