aanschouwelijkers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschouwelijkers (hulp, bestand)
- IPA: / anˈsxɑuwələkərs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·schou·we·lij·kers
Bijvoeglijk naamwoord
aanschouwelijkers
- partitief van de vergrotende trap van aanschouwelijk
- Dat is iets aanschouwelijkers...
Gangbaarheid
- Het woord 'aanschouwelijkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.