aanschouwelijk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschouwelijk (hulp, bestand)
- IPA: / anˈsxɑuwələk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·schou·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanschouwen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanschouwelijk | aanschouwelijker | aanschouwelijkst |
verbogen | aanschouwelijke | aanschouwelijkere | aanschouwelijkste |
partitief | aanschouwelijks | aanschouwelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
en
Bijwoord
aanschouwelijk
- helder voorgesteld.
- (onderwijs) onderwijs waarbij de leerlingen aanschouwen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aanschouwelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aanschouwelijk" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -lijk in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %