aanschafprijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·schaf·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanschafprijs aanschafprijzen
verkleinwoord aanschafprijsje aanschafprijsjes

Zelfstandig naamwoord

de aanschafprijsm

  1. (economie) de prijs die een koper daadwerkelijk betaalt bij de aanschaf van een product
    • De aanschafprijs van het apparaat is relatief hoog, maar de energiekosten zijn ontzettend laag. 
    • De wegen in Azië zijn bovendien meestal geasfalteerd terwijl dat in Afrika maar voor een kwart geldt. Dat betekent dat voor Afrikaanse boeren het gebruikmaken van externe productiemiddelen lastig is. De aanschafprijs is te hoog, en de baten zijn moeilijk te verzilveren. Afrikaanse boeren blijven hierdoor autarkisch en improductief, en de economie komt niet op gang. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk