aanroeping
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanroeping (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·roe·ping
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanroepen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanroeping | aanroepingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanroeping v
- (religie) de keer dat men vraagt om steun en bijstand bij een hogere macht
- ▸ Poetin zei donderdag in Londen dat er 'niets goeds was' aan het protestlied. Onder aanroeping van de Heilige maagd Maria bij het altaar van de kathedraal zong de groep in een 'punkgebed': 'Gooi Poetin eruit'.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. de keer dat men vraagt om steun en bijstand bij een hogere macht
Gangbaarheid
- Het woord aanroeping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Punkband Pussy Riot: 'Poetin bedroog ons weer'” (3 augustus 2012), Het Parool