aanpasbaars
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpasbaars (hulp, bestand)
- IPA: / amˈpɑzbars / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·pas·baars
Bijvoeglijk naamwoord
aanpasbaars
- partitief van de stellende trap van aanpasbaar
- Dat is iets aanpasbaars...
Gangbaarheid
- Het woord 'aanpasbaars' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.