aannemerscombinatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ne·mers·com·bi·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aannemerscombinatie aannemerscombinaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aannemerscombinatiev

  1. groep bedrijven die zich samen hebben ingeschreven om een bepaald werk voor een bepaald bedrag te verrichten
     Door tegenvallers bij de bouw is het project met drie jaar vertraagd. De betrokken partijen, de provincie, Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie Herepoort, bakkeleien al twee jaar over de vraag wie voor de meerkosten moet opdraaien.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 mei 2022 Weblink bron “Provincie miljoenen extra kwijt aan aanleg Zuidelijke Ringweg bij stad Groningen” (19-01-2021), NOS