Naar inhoud springen

aannemers

Uit WikiWoordenboek
  • aan·ne·mers

deaannemersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aannemer
     In Frankfurt, waar aannemers leken te wedijveren om het lelijkste en mensonwaardigste bouwkundig ontwerp, had hij bij zichzelf gedacht: hoe kan een vrolijk en charmant meisje toch kiezen voor zo'n trieste kutstad.[1]
  1. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125