aanmonstering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·mon·ste·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanmonsteren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanmonstering | aanmonsteringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanmonstering v
- het aanmelden als bemanningslid op een schip
- ▸ Er zal worden gecontroleerd bij overslagwerkzaamheden in de havens, op illegale aanmonstering, bij de schoonmaak van schepen, in de scheepsbouw en bij de scheepsreparatie, aldus een woordvoerster van de Arbeidsinspectie.[2]
Vertalingen
1. het aanmelden als bemanningslid op een schip
Gangbaarheid
- Het woord aanmonstering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Havenbedrijf pakt illegalen aan” (14 september 2007), Het Parool