aanmonstering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·mon·ste·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanmonstering aanmonsteringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanmonsteringv

  1. het aanmelden als bemanningslid op een schip
     Er zal worden gecontroleerd bij overslagwerkzaamheden in de havens, op illegale aanmonstering, bij de schoonmaak van schepen, in de scheepsbouw en bij de scheepsreparatie, aldus een woordvoerster van de Arbeidsinspectie.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 23 mei 2022 Weblink bron “Havenbedrijf pakt illegalen aan” (14 september 2007), Het Parool