aanmoedigden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmoedigden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmudəɣdə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·moe·dig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanmoedigen |
aanmoedigden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanmoedigen
- ...dat wij aanmoedigden.
- ...dat jullie aanmoedigden.
- ...dat zij aanmoedigden.
- ...dat wij aanmoedigden.