aanloopverlies

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·loop·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanloopverlies aanloopverliezen
verkleinwoord aanloopverliesje aanloopverliesjes

Zelfstandig naamwoord

het aanloopverlieso

  1. verliezen die men lijdt bij het opstarten van een activiteit
     Over 2007 leed De Pers 20 miljoen euro verlies, dit jaar zal dat 10 miljoen euro zijn en volgend jaar 5 miljoen euro, zegt Van den Berg. In 2011 zal de krant misschien 2 miljoen winst maken, schat de uitgever. Het aanloopverlies is tegen die tijd opgelopen tot 35 miljoen euro.[1]
     Luchtvaartmaatschappij Transavia heeft de winst voor belasting in het boekjaar 2007/2008 zien teruglopen van 28 miljoen euro tot 18,1 miljoen euro. De maatschappij verklaart het verschil door een verwacht aanloopverlies afgelopen jaar van Transavia France en bijzondere boekhoudposten het jaar daarvoor.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 mei 2022 Weblink bron “Krant via internet steeds populairder” (1 april 2008), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 mei 2022 Weblink bron “Aanloopverlies Frankrijk drukt winst Transavia” (29 mei 2008), Reformatorisch Dagblad