aanleuning
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanleuning (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanløniŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·leu·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanleunen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanleuning | aanleuningen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanleuning v
- het aanleunen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aanleuning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.