aanleghaven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·leg·ha·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanleghaven aanleghavens
verkleinwoord aanleghaventje aanleghaventjes

Zelfstandig naamwoord

de aanleghavenv / m

  1. (scheepvaart) oever met een kade aan diep water, waar een schip kan aanmeren
     De aanleghaven voor cruiseschepen wordt verplaatst naar het westen van de stad. Dat moet ertoe leiden dat de toeristen ook het gebied rond Amsterdam bezoeken en niet automatisch het centrum binnenwandelen. Ook wordt zo voorkomen dat alle passagiers van een cruiseschip tegelijkertijd de stad ingaan, want dat leidt tot opstoppingen.[1]
     Het gebeurt nog wel eens dat reizigers te lang wegblijven bij een tussenstop tijdens een cruise en dat het schip al vertrokken is bij hun terugkeer. Ze moeten dan vaak zelf in de volgende aanleghaven van het schip zien te komen, bijvoorbeeld met het vliegtuig.[2]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 mei 2022 Weblink bron “Amsterdam gaat cruiseschepen uit binnenstad weren” (03-11-2016), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 mei 2022 Weblink bron
    Koen Van De Sype
    “Koppel net te laat, cruiseschip vertrekt en zwaait het uit met een ‘mega-bye’” (09-08-2019), Tubantia